Doorgaan naar hoofdcontent

Hugo De Smaele

In juni stelde ik vier weekends lang tentoon in Pijpketel, Ruimte voor Kunst - de galerij van Fritz Van Damme in Zottegem. Het was een heel fijne ervaring.
Samen met mij stelde Hugo De Smaele daar tentoon. Ik leerde de man kennen en zo verzamelde ik genoeg informatie voor (eindelijk nog eens) een aflevering van Jans Kweek.
Hugo De Smaele (1955) is van opleiding graficus. Hij heeft bijna zijn hele carrière gewerkt als docent aan de academie in Antwerpen. Naast zijn grafisch werk maakt hij (reeds lang en nog steeds) fijne werkjes in 'gemengde techniek': een combinatie van verschillende technieken binnen een werk. Hij vertrekt vaak van een bestaande foto of postkaart waar hij dan verschillende acties op toepast: uitsnijdingen maken, scheuren, overschilderen, aan elkaar hechten met tape of nietjes, elementjes toevoegen (spijkertjes, oude postzegels, afgeknipte vingernagels, doornen van rozen, haakjes, mesjes, stukjes kleefpleister, gedroogde motjes, stukjes tekst, opengevouwen doosjes, ringmapverstevigingsringetjes, steekkaarten, stukjes landkaart ...). Maar net zo goed werkt hij op blaadjes roze vloeipapier, een blad uit een schoolschriftje, een fotokopie, ... waarop hij meesterlijk tekent, collages maakt, krast en kleurt en scheurt.
Steeds werkt hij nauwgezet en langdurig aan zijn werkjes. Ik heb het voorrecht gehad zijn atelier te mogen bezoeken: een kleine kamer in een stille straat in het stadscentrum van Gent, vlakbij Sint-Jakobs. Netjes geordend in kasten, ladenkasten en rekjes staan en liggen zijn materialen, zijn archieven en het werk waar hij aan bezig is - dat is uitgestald op tafel. Hij werkt in reeksen, rond een thema. Bijna steeds werkt hij op A4-formaat of postkaartformaat (ongeveer 1/4 van die A4). Hij tekent, schildert, krast en wrijft; scheurt en lijmt; scheurt opnieuw en herstelt met tape; scheurt opnieuw en naait of hij gebruikt nietjes of spijkertjes of haakjes. Hij maakt stukjes onleesbaar - net die stukjes die je had willen lezen of die je had moeten lezen. Hij overschildert: hij zet in de verf. Hij stelt zich vragen en schrijft die vragen neer.
Dat werkproces van hem is erg interessant: het is een combinatie van (of een evenwichtsoefening tussen) kunde en roekeloosheid. Hij weet goed waar hij heen wil en zal rusteloos, dag na dag en laag na laag verder zoeken tot hij het gevonden heeft, voor elk van zijn werkjes. Wellicht is hij wekelijks op de vlooienmarkt om prulletjes te verzamelen, loopt hij met zijn neus op de grond te snuffelen naar kleinoden. Maar hij weet ook verduiveld goed wat er in de kunstwereld gebeurt en verwerkt die invloeden.
Hoe meer werk je van hem ziet, hoe meer het je opvalt dat er weinig toeval is: de hartvormige sjablonen komen steeds terug, de doodlopende straat is een constante, de kreuken en scheuren zijn gewild en ze vertellen een verhaal.

Verstelde bladeren

Ik begin met twee foto's te tonen (die ik heb gedownload van de blog sfcdt, zie verder) over de tentoonstelling 'Verstelde bladeren'.

Wat je ziet op de eerste foto is een stuk roze vloeipapier waarop je in spiegelbeeld de afdrukken ziet van de overtollige inkt van zinnen, brieven, berekeningen? Onleesbare restanten van ouderwetse briefkunst. Het vloeipapier is gevouwen geweest en lijkt (onhandig) deels om een kartonnetje heen te zijn gewikkeld. Op het vloeipapier is een stukje wit papier gekleefd (De Smaele houdt niet zo van wit-wit) met daarop weer een metalen haakje waaraan (met naaigaren) een klimopblad is vastgemaakt. Het blad is verdroogd, het groen is vaal geworden, bruinig bijna. Er zijn stukken van het blad afgebrokkeld. Daardoor (en dat is echt geen toeval) lijkt het blad op de kaart van Afrika - je herkent de Rode Zee en de Hoorn van Afrika. De bladnerven roepen de grote rivieren op. Het klimopblad is nietig op de oceaan van inkt en vloeipapier.
Het tweede werkje is geschilderd op een landkaart. Die is grotendeels overschilderd met groene acryl, die enkel een klimopblad vrij gelaten heeft. In het uitgespaarde stuk vallen de rood gekleurde hoofdwegen op: het zijn de steel en de nerven van het blad. De landkaart is niet netjes overschilderd en lijkt ook weer gevouwen, gekreukt. De randen zijn nog onbeschilderd; er zijn stukken duidelijk donkerder (Madagaskar?) en andere bleker.

De Smaele is een filosoof: iemand die zoekt naar het waarom van de dingen, naar de onzegbare waarheden, die zoekt naar de mens.
In een mooie blogpost op sfcdt.wordpress.com van Johan Velter wordt Hugo De Smaele een "begenadigde kunstenaar-prutser" genoemd - het woord moet je lezen als "een eretitel, getuige Prutske van Stijn Streuvels." "Hugo De Smaele (...) loopt rond, hij mompelt wat voor zich uit, hij kijkt rond, moppert, staat verbaasd te kijken, is bedroefd om wat verloren gaat, zoekt wat zich aan het verliezen is. Hij raapt iets op, schudt zijn hoofd om al die achteloosheid van mens en natuur. Koestert wat zwak is, ziet daarin de mens, zoekt zich een uitweg."

Louis Paul Boon

Hij is een lezer en een literatuurliefhebber. In 2012-2013 nam hij met een van zijn projecten deel aan de Louis Paul Boonviering in het kader van het Boonjaar (zie https://desmaele-boon.blogspot.com/). Hij stelde tentoon in de Koninklijke Nederlandse Academie voor Taal- en Letterkunde in Gent.

Enkele beelden:

Je herkent misschien al enkele typische kenmerken van De Smaele: op het eerste werk is een blaadje van een schoolschrift, ruw uitgescheurd, te zien waarop een opengevouwen doosje gekleefd is (een pillendoosje?). Op het ruitjesblad zie je onleesbaar nog enkele restanten van potloodschrift; alle tekst op het kartonnetje is onleesbaar - overschilderd in een mooi vuilwit. Er zitten twee stukjes kleefpleister op het kartonnetje en er is een prijsstickertje (25 F) op het blad gekleefd. Onderaan, een citaat uit De Kapellekensbaan: "had ik dAt geweten".
De volgende werkjes tonen typische collages: knoopjes, stukjes haar, haakjes en doornen. Stukken tekst, soms onleesbaar gemaakt, steekkaartjes uit een oude bibliotheek. Foto's, opnieuw en opnieuw nagetekend.
Het laatste werkje vond ik opvallend. Het toont een (fotokopie van de) plattegrond van twee huizen (het ene is volledig donker weggekleurd). Het linkse huis is het huis van Hugo De Smaele, en de tekst onderaan is "en nu kwam hij naar huis" - de rest van de zin is weggeschilderd. De kamers van het huis zijn nauwgezet maar toch ook onstuimig gekleurd, gearceerd, gekrast met verschillende soorten potlood. Ook hier weer kleefpleisters en allerlei onleesbaars op het schoolschriftje.

Zelfleesclub Hugo De Smaele

Ik schreef al dat Hugo De Smaele een verwoed lezer is en ik weet dat sommige van mijn volgers dat ook zijn. De Smaele houdt op onregelmatige intervallen een leesblog bij: https://hugodesmaele.blogspot.com/ waarin hij op zijn typische bescheiden manier met beeldend werk verslag doet van zijn leeservaring. Drie fotootjes als 'teaser':

Ik schrijf wel aan mezelf

Een ronduit magistraal werk van Hugo De Smaele bestaat enkel in deze blog: https://desmaele.blogspot.com/. Hij heeft een postkaart naar zichzelf geschreven en zodra hij het kaartje terugkreeg, heeft hij het bewerkt en opnieuw verstuurd. Telkens nam hij nauwgezet foto's van iedere staat (zoals dat heet in de grafiek - telkens een ets werd bewerkt alvorens te worden afgedrukt, noemt men dat een "staat" - de "eerste staat" is dus de oudste afdruk en er zijn latere afdrukken waaraan de kunstenaar zaken heeft gewijzigd in de etsplaat.) Op den duur werd het kaartje bijna niet meer te versturen. Ook de postbode (Roy) wordt erbij betrokken. Het verhaal eindigt met foto's van (een onherkenbare) Hugo en de postbode (Roy?).

Sixtieshits

Eindigen doe ik met Hugo zijn recentste blog - https://hugosends.wordpress.com/ en een warme oproep om je op die blog te abonneren.

Bij mijn bezoek aan zijn atelier vielen me de platenhoezen op die hij aan de muur hangen heeft, van oa Janis Joplin, Bob Dylan en andere helden (van mensen van mijn en zijn generatie). Eén groep herkende ik niet. Het bleek Clee's Five te zijn, een popgroep uit diezelfde jaren zestig uit ... Zottegem. De frontman was Clee (Clement Van Herzeele) maar het was de zangeres die de jonge Hugo in vuur en vlam zette: Griet De Bock, beter gekend als Kate (die later Kate’s Kennel oprichtte). Als jongeman vergaapte Hugo zich aan de levensvreugde en vrijheid van die muziekhelden. Hij zag er een mogelijkheid in om zijn eigen Zottegem te ontvluchten (al was het maar in gedachten en in tekeningen). Hij ging de muzikale helden (in het geheim, zijn ouders waren daar niet over te spreken) natekenen.
Nu maakt hij (op zijn ondertussen bekende manier) postkaarten voor zijn muzikale helden. Het zijn stuk voor stuk pareltjes (ik heb ze mogen bekijken). Op de voorzijde tekent hij de idool (of bewerkt een bestaand beeld). Dat bewerkt hij dan: bladgoud voor Aretha Franklin, een mesje voor PP Arnold (van The first cut is the deepest), brandvlekken en lucifers voor Bob Dylan. Op de tekstzijde een bericht aan de oude meester (of gewoon aan het verleden), en een adres, zo dicht mogelijk bij de realiteit.
Op de website kan je (bij Altersstil) zijn atelier in alle rust bezoeken. En je kan je dus inschrijven om (ongeveer één keer per maand) een berichtje te krijgen. Doen.

Postscriptum: de twee series waar ik het meest mee vertrouwd ben, heb ik in deze post zelfs niet vermeld: 'You are here' en 'Wegwerkzaamheid (maakt lichter in je hoofd'). Ik schrijf daar later wel eens over. Genoeg voor vandaag. Doei!

Reacties