Doorgaan naar hoofdcontent

Collage als kunstvorm

Ik wil je in de blogpost van deze week meenemen op een wandeling door de recente kunstgeschiedenis, omdat ik het onderwerp "collage" al een hele tijd afzonderlijke aandacht wil geven. We gaan een beetje over en weer springen in de twintigste eeuw, maar we zullen wel eindigen bij een hedendaagse kunstenaar.
Zelf vind ik collage een interessante techniek in mijn eigen schuchtere stappen in het creëren. Met name de dimensionaliteit van tweedimensionale voorstellingen (de gelaagdheid met andere woorden) vind ik interessant en ook het feit dat collage zowel driedimensionaal als tweedimensionaal is.

"Collage is the cut, the tear, the rupture and the overlay of our contemporary culture. It is the hybrid language of urbanity — remixed, re-contextualized, and wholly built from the fragments of daily life.”
Pavel Zoubok, geciteerd op Artland Magazine.

De cubisten: Braque en Picasso

Collage (het op elkaar kleven van stukjes uit diverse tekeningen, foto's of andere afbeeldingen) bestaat op zich al lang, maar als kunstvorm is het een "uitvinding" van de modernisten: Georges Braque gebruikte het in 1912 voor het eerst.


Picasso (foto hieronder) pikte het idee meteen op. Het Cubisme onderzocht hoe de driedimensionale wereld kon worden voorgesteld in het platte vlak. Daarvoor gebruikten de cubisten niet langer het perspectief (dat ontwikkeld was in de tijd van Van Eyck) maar ze toonden een beeld (portret, stilleven, actie) door meervoudige beelden vanuit verschillende hoeken of op verschillende momenten te tonen. Het was dus eigenlijk logisch dat de cubisten de collage als techniek zouden gebruiken. (Veel later maakt David Hockney met dit principe heel krachtige fotocollages - zie foto onderaan).
Collage werd een populaire "nieuwe" techniek, onder andere doordat kleurrijke tijdschriften gemakkelijk en goedkoop beschikbaar waren.


Trompe l'oeil


Met collage breng je elementen van de "echte wereld" in je werk, het is zowat het omgekeerde van het "trompe l'oeil" - waarin je een object op zo een manier schildert dat het lijkt alsof het er echt is - vaak doet men dat met blaadjes van een kalender, of bladeren van een boom, een schelp, een horloge (dus, tamelijk tweedimensionale dingen).

Het MSK (Museum voor Schone Kunsten) in Gent heeft een aantal interssante 17e eeuwse trompe l'oeils: onderstaande is van Cornelis Norbertus Gijsbrechts:

Een hedendaags kunstenaar die trompe l'oeil werk maakt is de Vlaming Ritsart Gobyn:



Grappig is dat zowel Gijsbrechts als Gobyn eigenlijk een soort collage tonen in hun trompe l'oeil...

Kurt Schwitters

Maar we dwalen af, want ik wil het hebben over de collage.
Door via collage echte elementen in je werk te brengen, ga je "citeren" uit die echte wereld. Je combineert elementen op een eigen artistieke manier: commentaar, kritiek, in vraag stellen.

Al heel gauw na Braque en Picasso ging Kurt Schwitters driedimensionale collages maken. De Duitser Schwitters had de eerste wereldoorlog net overleefd, en vond dat, aangezien alles in stukken geslagen was, hij nieuwe dingen kon en moest maken uit oude, kapotte en gevonden spullen: een oude knoop, een stukje papier, een gebroken stukje hout. De knipsels, briefjes en verpakkingen zorgen ook voor een veelheid aan typografische elementen in het werk.


Kurt Schwitters is heel invloedrijk geweest met zijn collages. Hij was een dadaïst, zo iemand voor wie alles en niks kunst was, en die woord- en beeldkunst op dezelfde hoogte plaatste (en gelijktijdig beoefende).
De dadaïsten maakten kunst met allerhande ongewone materialen, en het verwondert dus niet dat ze collage ook veelvuldig gebruikten. Ook in hun poëzie gebruikten ze "knipsels" van andere teksten (een beetje zoals de rappers vandaag "samples" gebruiken van andere muziekstukken). Die poëzie presenteerden ze ook met uitgeknipte letters die ze op bladen kleefden.
Eén van Schwitters bekendste werken is zijn "Ursonate", een klankgedicht:

Het is passend hier een korte uitstap te doen naar Paul van Ostaijen, die in 1918 in Berlijn aansluiting vindt bij dadaïstische kunstenaars. Dada was anti-burgerlijk, wilde de wereld ontdoen van burgerlijke conventies. Zijn poëziebundel ‘Bezette stad’ (1921) bevat dadaïstische gedichten: zie "Boem Paukeslag". Niet toevallig gebruikt Van Ostaijen een bijzondere typografie in de bundel (deze was verzorgd door de kunstenaar Oscar Jespers). (Bron: literatuurlijn.nl).

Terug naar Schwitters en naar collage in de beeldende kunst.

Schwitters maakte collages met allerlei spulletjes, rommel die hij op straat vond, stukjes papier en zo verder. Op één dergelijke collage stond het woord "Commerzbank" (maar enkel de letters "MERZ" bleven zichtbaar). Schwitters gebruikte "Merz" daarna om zijn werkwijze te karakteriseren. De collages die we hierboven al zagen heten "Merzbilder", een aantal sculpturen heten "Merzsäule", maar hij maakte ook een soort eindeloze sculptuur, de "Merzbau", waar hij bleef aan werken (ondanks alle mogelijke tegenslagen). Hij begon in 1920 in zijn huis te bouwen aan een installatie die langzaam groeide tot ze meerdere verdiepingen en kamers in beslag nam. Hij zag het als een Gesamtkunstwerk, waarin beeldhouwkunst, schilderkunst en architectuur samen kwamen. In 1938 vluchtte Schwitters voor de nazi's, omdat zijn kunst "entartet" was verklaard en hij zich bij de Gestapo moest melden voor een "gesprek". Tijdens de oorlog werd die eerste Merzbau verwoest bij het bombardement van Hannover door de geallieerden. Tijdens de oorlog verbleef hij in een tijdje in Noorwegen, waar hij een tweede Merzbau maakte maar dat liet hij achter toen hij naar Engeland vluchtte. Die tweede Merzbau brandde later (na zijn dood) af. In Engeland zat hij eerst opgesloten in een geïnterneerdenkamp voor Duitsers, waar nog andere gevluchte kunstenaars zaten. Later bouwde hij in een klein, afgelegen huisje in het Lake District verder aan zijn Merzbau (met een beurs die hij van het MOMA had gekregen) tot aan zijn dood. Op 7 Januari 1948 vernam hij dat hem het Britse staatsburgerschap was toegekend. Hij stierf de volgende dag.
Meer lezen? Hier vind je de site van de organisatie die de laatste Merzbau onderhoudt.
bron: https://www.artsalonholland.nl
Hieronder enkele foto's van de (eerste) Merzbau:

Tony Cragg

Zoals het werk van Schwitters ontstaan is uit het verscheurde, versplinterde Europa na de eerste wereldoorlog, zo gebruiken latere kunstenaars ook de collage als een maatschappijkritische werkmethode.

Een gekend voorbeeld is Tony Cragg - die ik hier reeds eerder besprak. Cragg begon zijn carrière door spulletjes die hij op weg van school naar huis op te rapen en met touw aan elkaar te knopen, alsof hij de dingen des levens aan elkaar wilde knopen in een zoektocht naar "the meaning of life"?
Hieronder 4 foto's van werk van Tony Cragg. Het eerste is een werk uit de vaste collectie van het museum Voorlinden. Het laatste werk heet "Britain seen from the North". Het stelt de kaart van het eiland Groot-Brittannië voor, met aan de linker (Noorder)kant een zelfportret van de kunstenaar (die in Duitsland woont, waar hij overigens een magnifiek beeldenpark heeft - Skulpturenpark Waldfrieden in Wuppertal).




Pop art

Collagekunst kon in de twintigste eeuw bloeien doordat kleurrijke tijdschriften met goede kwaliteit foto's makkelijk beschikbaar waren. Zowel "glossy's" (modetijdschriften op dik, glanzend papier) als pornotijdschriften werden vaak als bron gebruikt. Ook de pop art gebruikte collage veelvuldig. Algemeen wordt een collage van de Britse kunstenaar Richard Hamilton uit 1956 aangezien als het eerste pop art kunstwerk: "Just what is it that makes today’s homes so different, so appealing?" (Bron: https://www.bbc.com).


Pop art was een kunstvorm die de grenzen tussen zogenaamde hoge en lage kunst wilde doorbreken. Daarvoor gebruikten deze kunstenaars technieken die ook in de industrie gebruikt werden: zo maakten ze (grote) oplages van hun werken door middel van zeefdruk. Bekend zijn uiteraard de werken van Andy Warhol en Roy Lichtenstein. En ze gebruikten dus ook vaak collages, waarbij ze gebruiksartikelen (bv, modebladen) gebruikten voor hun kunst.

Marcel Duchamp

Pop art was overigens niet de eerste kunststroming die de oude kunstvormen dood had genoemd - telkens opnieuw beweerden nieuwlichters in de twintigste eeuw dat "Painting is dead". Dat geldt zeker voor één van de grootste beeldenstormers van de moderne kunst, Marcel Duchamp. Hij was een schilder - zijn "Nu descendant un escalier" is een mooi kubistisch werk dat vaak navolging gekregen heeft, onder andere van de Duitse kunstenaar Gerhard Richter:


Maar Marcel Duchamp stopte in 1913 met schilderen - hij had het gehad met wat hij "retinale kunst" noemde, kunst die enkel aan het oog appeleert. Hij maakte de eerste "ready-made" - een kunstwerk dat enkel bestaat uit reeds bestaande elementen - door een fietswiel te monteren op een eenvoudig krukje. Een drie-dimensionale collage. Hij maakte ook meerdere kijkdozen, net zoals veel later bijvoorbeeld Betye Saar, die we eerder bespraken.

Verbeke Foundation

In een artikel in trouw.nl wordt de link gelegd tussen dit werk van Duchamp en de beroemde collectie van collagekunst van de Verbeke Foundation - deze ondernemers bouwden een grote verzameling collages (voornamelijk van Belgische kunstenaars) die ze tegen een voordelige prijs konden aankopen. In de Foundation is er een afzonderlijke afdeling voor de collagekunst (steeds wisselende werken). Kijk hier naar de website van de Verbeke foundation. Die plek is zeker een bezoek waard, het is een reusachtig groot museum met binnen- en buitenruimtes en met een immense vaste verzameling van de meest uiteenlopende en verrassende hedendaagse kunstenaars uit binnen- en buitenland (veel Nederlandse kunstenaars ook).

Het artikel in Trouw zag ik toen ik op zoek ging naar informatie over Katrien De Blauwer. Het artikel verklaart enerzijds waarom collage (van foto's, in schilderijen maar natuurlijk zeker ook in digitale werken) momenteel zo een opgang kent: "In een tijd waarin steeds meer afbeeldingen vluchtig op beeldschermen verschijnen en vanzelfsprekend lijken, en dus niet meer tastbaar in de hand liggen, groeit de interesse voor het ouderwetse knippen en plakken. Hergebruik dat de kijker dwingt scherp te kijken naar wát er ontstaat." Ook blijkt collage vaker in België voor te komen dan in Nederland (dat wist ik niet): "Onze surrealistisch ingestelde zuiderburen, uit een land dat zelf al een collage is, hebben er duidelijk meer ervaring mee dan de meeste Nederlandse kunstenaars." Ik had dat wel moeten weten - bekende Belgische collagekunstenaars zijn René Magritte (eigenlijk zijn al zijn schilderijen een soort collages), ELT Mesens (onbekend bij ons maar wel internationaal een trendsetter in het surrealisme tussen de wereldoorlogen), schrijvers zoals Louis Paul Boon, Hugo Claus, en zowat alle Belgische schilders en kunstenaars, tot Jan Fabre, Panamarenko en Luc Tuymans.

Katrien De Blauwer

Katrien De Blauwer noemt zichzelf een fotografe zonder fototoestel. Ze gebruikt foto's uit (oude) modetijdschriften die ze verknipt en combineert tot nieuwe beelden. Ze zegt dat ze die combinaties op het gevoel doet, zonder al te veel nadenken, en ik denk ook dat je dat ziet - de combinaties doen niet "gezocht" of gekunsteld aan.

Hierboven verwees ik al naar een artikel in Trouw over een solotentoonstelling in 2019 van De Blauwer in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Op de site van dat museum (link hier) lees ik dat De Blauwer met haar werk "reageert op het beeld van de westerse vrouw zoals dat is gepubliceerd in tijdschriften uit de periode 1920-1960". Dat vind ik toch wat gratuit. Als je modebladen gebruikt voor je "bron"materiaal, dan zie je uiteraard veel vrouwen - die aan het gewenste modebeeld voldoen. Als je (ik zeg maar wat) een tractorenblad of een meubelcatalogus zou gebruiken, zou je heel andere "nieuwe beelden" krijgen. Maar ik geef toe - ook ik gebruik (in de weinige collages die ik al gemaakt heb) graag modebladen - het zijn steeds afdrukken van goede kwaliteit, op stevig glossy papier; beelden ook die op zich al sterk zijn qua cadrage, kleurstelling en zo meer. En doordat de mode-industrie nogal vaak werkt met bepaalde "modieuze" kleuren(combinaties), zitten montages van foto's uit eenzelfde modeseizoen bijna vanzelf in dezelfde sfeer.
Ook lees ik dat De Blauwer haar bronmateriaal "intuïtief doorknipt. (...) Daarbij werkt ze zeer geconcentreerd, als in een roes, en knipt het ene beeld na het andere. De productie is hoog, de cuts zijn altijd heel precies en onmiddellijk raak." Ook hiermee heb ik het moeilijk. Immers, of je nu deze dan wel een andere "cut" maakt, dat is op zich niet zo belangrijk, want het is in de combinatie dat het nieuwe beeld gecreëerd wordt - als ze een foto op een andere plaats of manier had doorgesneden; of met een ander tweede beeld had gecombineerd, dan had ze gewoon een ander werkje gehad. Niks mis mee, overigens.
Ze werkt in reeksen (of liever, ze verzamelt haar werkjes onder een aantal overkoepelende titels, waar ze dan een boekje mee kan samenstellen), bijvoorbeeld "Single cuts" (een foto wordt in twee gesneden en de helften worden op een andere manier met elkaar gecombineerd), "Intimate Abstract" (details van lichamen die bijna abstract zijn doordat ze weinig detail of context tonen), "Dirty Scenes" (naakten en lingeriemodellen), "I Close My Eyes, Then I drift Away" (dromerige beelden) en zo verder. Door deze reeksen zie je wel dat haar werk een consistentie heeft. Haar combinaties hebben een herkenbaarheid en ze zijn zeker veel meer dan "lucky shots".
Wat bovendien zorgt voor de herkenbaarheid, is dat ze haar fotocollages presenteert op (of in combinatie met) stukken oud papier - rafelig, met kleurverschillen. (Bron: hildevancanneyt.blogspot.com). In combinatie met de oude bronmaterialen (ze gebruikt bij voorkeur magazines van voor 1970) geeft dat een hoog retro-gevoel. Recent beschildert ze ook een deel van haar foto's - meestal een enkele streep verf in een kleur die past bij de kleuren in de foto('s). Ook wel mooi, maar ik blijf het toch wat braaf vinden.
Enkele foto's:












En om af te sluiten, nog de beloofde foto van een werk van David Hockney:
David Hockney, Pearblossom Highway #1 (bron: https://www.hockney.com/

Reacties