Doorgaan naar hoofdcontent

Betye Saar

Net voor kerstdag, op 24 december, werd Pierre Soulages 100 jaar oud. Hij is een Franse abstracte kunstenaar, die vooral gekend is om zijn monochrome werken in het zwart. Maar als ik zwart zeg, dan denk je aan één tint - terwijl Soulages de tinten zwart verkende, bijvoorbeeld door te werken met "bister" (een kleurstof die gewonnen wordt uit de onrijpe bolster van de okkernoot, een bruine tint die zwart lijkt als je er genoeg van gebruikt). Soulages brengt textuur aan in zijn dikke lagen zwarte verf (krassen, strepen, knobbel) zodat er subtiele lichtveranderingen optreden. Maar ik vind zijn werk toch wat te weinig geschikt voor deze blog, en ik heb de laatste tijd al genoeg oude witte mannen opgevoerd. In de plaats daarvan breng ik je Betye Saar, in de VSA een grote naam van de Afro-Amerikaanse kunstwereld. Hier nog onbekend!

Betye Saar werd geboren in 1926 - ze is dus 93. Een toonaangevende Afro-Amerikaanse kunstenaar die tentoongesteld heeft in alle grote musea (MOMA, LACMA, het Whitney, ... in de VS maar ook wereldwijd) met haar assemblagekunst. Ze is een "levende legende" die werkt rond ras en identiteit, de vrouw, het mystieke.

Ze werd geboren als Betye Irene Brown (Saar is de familienaam van haar man). Haar beide ouders gingen naar de Universiteit van Californië, Los Angeles, waar ze elkaar ontmoetten. Haar vader stierf toen ze 5 was en ze werd grotendeels opgevoed door haar oudtante Hattie Parson. Reeds als kind verzamelde ze allerlei spulletjes en ook haar oudtante had (bij haar dood) een hele verzameling. Haar hele leven lang koopt en verzamelt Betye Saar spullen die verwijzen naar de thema's die haar aanspreken. Ze heeft er ateliers vol van... Daar maakt ze dan haar assemblages mee.

Ze studeerde aan de University of California dankzij een beurs voor minderheidsstudenten. Ze haalde later nog diploma's aan meerdere universiteiten. Ze is ook moeder van drie dochters.

Ze begon haar carrière als ontwerper en had een tijdlang een emailbedrijfje. Al gauw ging ze tekenen, etsen en begon ze te werken als graficus. Zo maakte ze de overstap naar vrije kunst. In 1967 bezocht ze een tentoonstelling van Joseph Cornell, die een soort kijkdozen maakt met gevonden voorwerpen. Betye Saar begon nu ook haar tekeningen en etsen te combineren met gevonden objecten in dozen of achter vensters. Met die objecten verwijst ze naar verschillende culturen uit haar eigen gemengde afkomst: Afro-Amerikaans, Iers en Indiaans. Met dit werk geeft ze kritiek op het racisme tegen Afro-Amerikanen.

Een eerste werk dat we bekijken is Record For Hattie. Haar oud-tante Hattie, bij wie ze opgroeide, belichaamde voor haar de identiteit van de zwarte vrouw: een vrouw met waardigheid en evenwicht. Betye Saar wees het blanke feminisme af en ze koos voor een zwarte identiteit als vrouw. Het werk is een antieke juwelendoos met daarin een vervaagde foto (van tante Hattie?), allerlei gebruiksvoorwerpen (die opnieuw verwijzen naar vrouwelijkheid), naaimateriaal, een omlijsting genaaid in het roze, een hangertje van een ster en een halve maan. Er zit een metalen kruis in en een rood lederen portemonnee.

Betye Saar zette zich af tegen de fetisjisering en erotisering van het zwarte vrouwelijke lichaam dat in de jaren zeventig mainstream was, en dat racistisch is. Ook wenste ze niet te vervallen in een soort primitivisme maar ze sloot aan bij de Black power beweging en ging op in spiritualiteit, mystiek en zwart feminisme.

Een bekend voorbeeld hiervan is Black Girl's Window, 1969. Dit is een assemblage van een oud venster met scharnieren waar je een donker geschilderd silhouet van een meisje ziet (een zelfportret van Betye Saar). Ze kijkt naar buiten en haar gezicht en handen zijn tegen de ruit gedrukt. Boven haar hoofd zien we negen kleinere ruiten met symbolen en afbeeldingen: manen en sterren, een huilende wolf, een skelet (een verwijzing naar haar dode vader), een adelaar met het woord 'liefde' op de borst, een soort portretje in een tinnen kadertje. De symbolen komen vaak terug in haar werk.
Wat ik eigenaardig vind aan het portret is dat het meisje naar buiten kijkt - we zien hoe ze de gordijntjes opentrekt om naar buiten te kunnen kijken, dus wij staan achter haar, in de kamer. Maar we zien haar ogen op de achterkant van haar hoofd, en het venster is duidelijk tussen ons en het meisje, dus staan wij binnen en zij buiten. Hoewel zij dus naar buiten staat te kijken, staat ze zelf al buiten....

In de jaren zestig begon Saar met het verzamelen van afbeeldingen van racistische stereotypes van Afro-Afrikanen: tante Jemima, oom Tom, Little Black Sambo. Veelal goedige, lamzakkige types. Hier enkele foto's:



Zij verwerkte deze en andere stereotypen uit de volkscultuur en reclame in collages en assemblages en maakte er politieke statements van. The Liberation of Aunt Jemima (De bevrijding van tante Jemima) is een van haar meest opmerkelijke werken uit deze tijd.

Ze gaf de stereotiepe mammyfiguur van tante Jemima een geweer: "Ik wilde van haar een krijger maken. Ik wilde dat mensen wisten dat zwarte mensen niet meer tot slaaf zouden worden gemaakt.”

De assemblage is een kader beplakt met advertenties van tante Jemima (een soort pannenkoekenmix). Daar staat een driedimensioneel tante Jemima-beeldje voor dat een foto vast houdt van een mammie die een witte baby draagt. Het feit dat tante Jemima een geweer vast heeft ondermijnt haar stereotype als volgzame bediende en maakt haar een (dubbelzinnig) militant figuur. De foto van de Mammie met baby is grotendeels bedekt door een grote, gebalde zwarte vuist, het symbool van Black power, een duidelijke verwijzing naar de agressieve en radicale middelen die door Afro-Amerikaanse activisten in de jaren zeventig werden gebruikt om voor hun rechten te vechten. Tante Jemima wordt dus bevrijd door de transformatie van een racistische karikatuur in een beeld van zwarte macht.




Reacties