Doorgaan naar hoofdcontent

Doris Salcedo

Doris Salcedo is een treffend voorbeeld van een politiek betrokken kunstenaar.

Doris Salcedo (°1958) is een Colombiaanse kunstenaar. Ze gebruikt voor haar werk vaak alledaagse voorwerpen zoals houten stoelen, tafels en kasten, gebruikte kledij, gras en zo verder. Maar ze gebruikt ook beton en zelfs rozenblaadjes.
In haar werk gaat het vaak om het (individueel of collectief) verwerken van pijn, rouw, trauma, verlies.
Als Colombiaanse heeft ze veel familieleden die vermoord of verdwenen zijn.

Haar meest bekende kunstwerk is Shibboleth - een reusachtig werk dat ze installeerde in de inkomhal van Tate Modern in Londen. Ze brak de vloer over de volledige lengte open door in het beton een lange groef te kappen, als een barst in de aarde.
Met de gespleten vloer vroeg ze aandacht voor de vraagstukken van postkoloniale culturen, vooral in haar thuisland Colombia: hoe de ideologische grondslagen van de westerse moderniteit gebouwd is op uitbuiting, kolonialisme en racisme. Het werk riep beelden op van gespletenheid, thuisloosheid, de strijd tussen arm en rijk ...
Na de tentoonstelling werd de vloer hersteld, maar je blijft de "wonde" zien.


Het werk van Doris Salcedo gaat vaak over het geheugen, het herinneren en vergeten.
Ze heeft een serie van 3 werken gemaakt die ze de titel Unland gaf: een niet-bestaand woord dat ontheemding, thuisloosheid oproept. Het zijn telkens werken gemaakt uit 2 oude tafels die ze aan elkaar vastgemaakt heeft. In één van de drie, Unland: The Orphan's Tunic zijn de tafels bedekt met een linnen tuniek, die met menselijk haar is vastgenaaid aan de tafels.


Salcedo gebruikt in haar werk oude, versleten, gebruikte materialen; die "geladen zijn met betekenis", die een patina van gebruik hebben, die hun geschiedenis tonen.

Het werk Noviembre 6 y 7 (2002) is maakte ze ter herdenking van de gewelddadige inname van het Hooggerechtshof in Bogotá op 6 en 7 november 1985. Gedurende 53 uur, de duur van de oorspronkelijke belegering, hing ze houten stoelen tegen de gevel van het gerechtsgebouw. Salcedo deed dit als "een daad van herinnering".

In Installatie voor de 8e Biënnale van Istanbul stapelde ze 1500 houten stoelen twee gebouwen. Daarmee bracht ze hulde aan gewone, naamloze, onzichtbaar gebleven mensen. In de rij huizen was er dus een "huis" met enkel oude stoelen, netjes als een gevel gestapeld.

In 2005 maakte Salcedo in het Castello di Rivoli een opmerkelijk "in situ" werk: in een zaal met gemetseld plafond bouwde ze met metselwerk verder, en verlaagde de gewelven en het plafond van boven naar beneden. Het werk heet Abyss en roept gedachten op van opsluiting en macht versus machteloosheid.

A Flor de Piel ("bloem van huid") is een uiterst fragiel werk van ruim 3 bij 5 meter bestaande uit duizenden geconserveerde, met de hand aan elkaar genaaide rode rozenblaadjes. Met dit werk herdenkt Doris Salcedo een verpleegster die dood werd gemarteld in de Colombiaanse oorlog.



Haar werk Fragmenten is een museum in Bogotá waar ze een volledige verdieping inneemt met de gesmolten resten van 37 ton ontmantelde wapens die zijn ingezameld (na de wapenstilstand) bij het Colombiaanse rebellenleger FARC. Als deel van het vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de guerrilla-strijdkrachten zouden drie kunstwerken gemaakt worden om de verzoening te symboliseren. Deze werken zouden opgesteld worden in Havana, waar het vredesakkoord werd ondertekend in 2017, New York en Bogotá, de Colombiaanse hoofdstad.
Salcedo noemt het "een antimonument" - ze wilde geen traditioneel "standbeeld" maken (dat noemt ze "een hiërarchisch kunstwerk") maar koos ervoor horizontaal te werken. “Fragmenten is de vloer waarop een nieuw Colombia kan worden gebouwd."
Salcedo vroeg 20 vrouwen die slachtoffer waren van seksuele slavernij door de rebellen deel te nemen aan haar project. Het waren extreem arme, gemarginaliseerde vrouwen. Door deel te nemen aan het project konden ze een stuk eigenwaarde hervinden.

Plegaria Muda ("Stille gebeden") is een serie sculpturen, bestaand uit telkens twee handgemaakte tafels die op elkaar liggen. Ze hebben ongeveer dezelfde vorm en grootte als een doodskist. Er ligt aarde tussen de twee tafelbladen en er groeit gras tussen de tafelbladen uit. Het werk is een eerbetoon aan de massagraven in Colombia van slachtoffers van bendegeweld.

Het laatste werk dat ik bespreek is Atrabiliarios. Vrouwelijke slachtoffers van moord en foltering worden in Colombia vaak aan de hand van hun schoenen geïdentificeerd. Het werk toont schoenen in nissen in de galerijwand, afbedekt met een dun vel dierenhuid, bevestigd met medische hechtsteekjes. Er staan ook lege dozen, alsof ze staan te wachten op meer sterfgevallen. De half doorzichtige dozen en nissen verwijzen naar hoe we herinneren en vergeten.

Als je niet weet wat je ziet, zie je mooie - esthetische - beelden. Maar hun verhaal blijft echt wel hangen door die esthetische evocatie.

Afsluitend nog enkele foto's

Reacties

Een reactie posten