Doorgaan naar hoofdcontent

Tony Cragg

Tony Cragg (1949) is een Brits beeldhouwer die reeds jarenlang in Duitsland woont.

Cragg werkte eerst een tijdje als laboratoriumassistent. Daarna studeerde hij schilderkunst maar hij gooide zich al snel op het beeldhouwen.
Hij begon zijn beeldhouwcarrière door al wandelend door de stad (naar school, naar de pub, ...) weggegooide spullen van de grond op te rapen en die aan elkaar te knopen met touw. Dan maakte hij er netten mee. Zo ging hij heel geduldig zijn eigen visie vormen rond de rol van de kunstenaar (en de leerling-wetenschapper die kunstenaar wordt) in de maatschappij, waar dingen achteloos weggegooid worden en waardeloos worden tot ze worden opgepikt door iemand die ze naar waarde schat, bijvoorbeeld omdat ze er afgeleefd uit zien, omwille van de kleur of het materiaal.
Hij ging dan met die spulletjes opstellingen te maken en wandinstallaties.

Blue Horn (Axt). Voor dit werk verzamelde Tony Cragg veertig gebruikte voorwerpen in verschillende kleuren blauw en ordende ze vervolgens naar grootte in de vorm van een sikkel, een van de oudste gereedschappen van de sedentaire mens. Met gevonden objecten doet hij ons dus nadenken over sociale organisatievormen.

Britain Seen From the North. In dit werk zie je een man die kijkt naar de landkaart van het Verenigd Koninkrijk. Het geheel is een soort kleurrijk schilderij met afval. Voor Cragg was dit een kritiek op het Groot Brittannië van Margaret Thatcher (het werk is in 1981 gemaakt).

Cragg was erg onder de invloed van het werk van de conceptuele kunstenaar Richard Long (die we vorige week bespraken). Richard Long zijn werk bestaat uit (of begint bij) wandelingen door de natuur, waar hij kleine ingrepen doet (keien in een cirkel leggen, bijvoorbeeld), die hij fotografeert. Een weinig ingrijpende manier van kunst maken, dus, heel ecologisch en respectvol. Ook Cragg maakte tochten door de natuur waarbij hij natuurlijk materiaal en huishoudelijk afval verzamelde.

Later maakte hij uit bontgekleurde plastic afval werken onder de titel "New Stones, Newton's Tones". grote kleurvelden, in (letterlijk) de kleuren van de regenboog.

Hij werd al snel docent aan de kunstacademie in Metz, later in Düsseldorf. Hij nam deel aan Documenta's en aan de Biënnale van Venetië, de Biënnale van São Paulo en Sydney. In 2006 kocht hij een verwilderd park in Wuppertal, waar hij zijn eigen beeldenpark Waldfrieden heeft. Er worden ook werken van collega-beeldhouwers getoond.

Langzaamaan begon hij ook in hout en brons te werken.

Hij maakte een reeks torens, waarbij hij stapelingen maakt van ronde vormen tot totem-achtige constructies in industriële materialen en kleuren.

Daarna ging hij heel eenvoudige maar indrukwekkende vormen uitwerken in staal en brons - voor mij is dat zijn sterkste werk.




Een speciale vermelding in deze reeks verdiet "Inverted Sugar Crop": staal en brons. Op stalen profielen, die dienst doen als een soort etalagerekken, liggen bronzen afgietsels van bieten. Brons, dat meest edele van alle beeldhouwersmaterialen (samen met marmer) om afgietsels te maken van de eenvoudige biet, die je rond allerheiligen bewerkt tot maskers en kaarsenhouders. (Noot: de pompoenen die men daar nu voor gebruikt komen overgevlogen van Noord-Amerika, waar de originele bewoners ze reeds kweekten. Van "Appropriation" gesproken.)


Zijn reeks "Early Forms" bestaat uit eenvoudige vormen (bokalen, flesjes - het soort dingen dat reeds de eerste beschavingen maakten) waar hij vervormingen, transformaties op toepaste. Een bekende oefening in de beeldhouwklas, overigens: groter of kleiner maken, omkeren, deuken, oprekken en uitrekken, combineren, abstraheren, binnenstebuiten keren, de negative space gaan afbeelden, in andere materialen uitwerken, het tegendeel doen, honderdvoudig dupliceren, ... Hij heeft er zo heel veel gemaakt, tot ze langzaamaan ook gezichten of menselijke figuren begonnen te worden. (Voor mij niet zijn sterkste werk, maar wie ben ik?). Sommige van die werken zijn enkele tientallen centimeter groot, andere manshoog, nog andere reusachtig.




Hij ging dan ook zijn eenvoudige koperen vormen gaan perforeren. Binnen wordt buiten, buiten is ook binnen. Een massieve vorm wordt luchtig, doorzichtig.

De aandachtige lezer/kijker zal gezien hebben dat één van deze drie in het Middelheim staat. Het heet Envelope.

De laatste twee foto's tonen resp Administered Landscape en Broken Landscape - oud werk, maar sterk.

Reacties