Doorgaan naar hoofdcontent

Mark Manders

Soms vind ik (het werk van) een kunstenaar zo indrukwekkend dat ik er in deze blog niet mee aan de slag durf. Een voorbeeld is Mark Manders. (Bruce Nauman is er zo nog een, maar aan die informatie heb jij als lezer uiteraard niet veel.)
Mark Manders dus. Ik heb zijn werk al vaak gezien, onder andere in het SMAK waar nog tot 29 sept de eerste "Highlights of a Collection" loopt met o.a. een werk van Manders.

Mark Manders is een beeldhouwer (al maakt hij - ik zou zeggen "uiteraard" - ook tekeningen, films, ...). Vele van zijn werken kan je "installaties" noemen: een combinatie van elementen in een ruimte, die samen het werk uitmaken.
Manders zegt dat hij eigenlijk maar één werk maakt, zijn “Zelfportret als gebouw”. Hij ziet dus al zijn "werken" als deel uitmakend van een groter, coherent geheel. Alles is met elkaar verbonden en hoe meer je werk van hem ziet, hoe meer je het begrijpt. Want het is niet zomaar in een-twee-drie uit te leggen.

Ik ga me voor deze kweek dan ook beperken tot het bespreken van 2 werken die hetzelfde beogen, namelijk ze proberen een antwoord te geven op de vraag of twee dingen tegelijk op één plaats kunnen zijn. (Een interessante vraag, die me doet denken aan die andere paradox: Schrödingers kat, maar dat zou ons te ver leiden).

Het eerste werk heet Nocturnal Garden Scene (2005) - het is nog tot 29 september in SMAK te zien (het behoort tot de collectie van SMAK).


Manders beschrijft op zijn website dat hij het idee om twee objecten op dezelfde plaats te hebben combineerde met zijn fascinatie voor het slappe touw. Er zijn in de wereld ontzettend veel slappe touwen, het is dus net zo gewoon als een kat of een kopje. En tegelijk is het iets melancholisch. Om een ​​kat en een slap touw op dezelfde plaats te laten bestaan kan je het het slappe touw niet doorknippen: het zou niet meer slap hangen. Maar een in tweeën gedeelde kat is nog steeds een kat. Hij maakte dan een opstelling van de twee elementen in een nachtelijk tafereel, dat iets melancholisch heeft. Tenslotte zette hij over dit verstilde tafereel een glazen stolp, als een soort terrarium, een diorama, een kijkkast. Die staat op een houten onderstelletje en het geheel staat op een houten tafel.
Op de website is de omschrijvig: "Wood, glass, sand, and various materials / 160 x 220 x 130 cm". De kat en het touw (toch kernelementen) worden niet genoemd, behalve als "diverse materialen".
Als toeschouwer heb ik bij dit werk altijd een zekere droefenis. Niet zozeer voor de dode kat, en het is ook maar een klein beetje gruwelijk. Neen, de droefenis komt door de immense zwartheid van dit werk - het is echt helemaal houtskoolzwart, het slorpt alle licht op. Dat zie je goed bij de onderstaande foto (die ik zelf genomen heb):

Het tweede werk heet "Fox, Mouse, Belt" - het is een bronzen werk (gemaakt in een oplage van 3, waarvan er één in MOMA in New York is) dat eruit ziet alsof het een werk is in natte klei.

Manders heeft een springende vos midden in een sprong "gepakt". Het is dus de weergave van een dier en een moment en een beweging. Door de vos op de grond te leggen verstilt hij de beweging.
Dan neemt hij een muis, en bindt die vast op de buik van de vos, terwijl de muis normaal in de buik zou zitten. Een beetje het omgekeerde van de kat en het slappe touw dus: want een muis en een vos kunnen wel tegelijk op de zelfde plaats zijn (als de muis in de vos zit).
Met de riem is de muis vast gemaakt aan de vos - een zeer "menselijke" manier van dingen bijeen brengen. Het beeld is geschilderd alsof het van natte klei gemaakt is. Klei is wellicht het meest typische materiaal voor "beeldhouwers" - ook beeldhouwers die sculpturen maken door het weghakken van materiaal (hout, marmer, ...) gebruiken klei voor hun schetsen en maquettes. Een beeld in natte klei heeft dus iets tijdelijks, het zal uitdrogen, barsten, ... Er zit dus een duidelijk element van "tijd" in dit werk.

Nog ééntje wil ik bespreken. Het heet Shadow Machine.

Kopjes, zo zegt hij, zijn iets universeel menselijks. Sinds iemand een kopje met een oor maakte is er geen evolutie meer geweest in het kopje. En hij vertelt: enkele keren per dag hou ik een kopje dicht bij mijn been, en dan zag ik dat als ik het kopje omdraaide, de schaduw uit het kopje op mijn bovenbeen viel. En om die schaduw te kunnen behouden, heb ik dit beeld gemaakt.
Prachtig, toch?

Nog enkele fotootjes

Reacties