Doorgaan naar hoofdcontent

Hans Op de Beeck

Hans Op de Beeck werd geboren in Turnhout in 1969. Hij maakt heel diverse dingen: grote installaties, sculpturen, film, tekeningen, schilderijen, foto's en teksten. Hij schrijft zelf dat "Zijn werk een reflectie (is) op onze complexe samenleving en de universele vragen van betekenis en sterfelijkheid die daarin resoneren."
Hij werkt met herkenbare "figuratieve" beelden (zowel afbeeldingen die geschilderd, gefilmd, gefotografeerd of getekend zijn als sculpturen) maar hij bewerkt die zo dat ze hun specificiteit verliezen en een raadselachtige, poëtische en universele kwaliteit krijgen.
Het eerste stuk dat ik toon is een installatie in het Middelheim (het beeldenpark in Antwerpen waar je dringend eens naartoe moet - klik hier voor de website https://www.middelheimmuseum.be).
Het werk heet 'Writer's Island' - aan de rand van een meertje zien we een paalwoning. De voorkant van het huisje heeft geen muur, dus we kunnen gewoon binnenkijken - het moet lekker warm en rustig weer zijn waar deze schrijver woont. Of is het een schrijvershutje waar rijzende "artists in residence" om beurten enkele weken gaan verblijven, zich in alle rust terugtrekkend uit de woelige wereld?
Er is een roeibootje aangemeerd - dus, is er wel iemand thuis?
Doordat het hele stuk monochroom grijs is, kan je er geen plaats of tijd aan toekennen - je lijkt naar een oude foto te kijken. En het interessante is, dat je geen moeite hebt je in te beelden dat het huisje in een onmetelijk meer zou staan - ook al is het meertje al met al klein, ondiep, en heeft het rechte boorden. De "willing suspension of disbelief" waar kunst steeds een beroep op moet doen, werkt hier wel degelijk. Je gunt het romanschrijvers: had elk van hen maar een dergelijk idyllisch hutje op hoge poten.


The Wunderkammer Residence is een (permanent) werk aan het Museum Dhondt-Dhaenens in Deinze.
Op de Beeck heeft een villa uit de jaren dertig aan de romantische Leie-oevers omgebouwd tot een totaalkunstwerk. Een Wunderkammer is een soort privémuseum zoals hele rijke mensen uit het ancien régime die hadden, een rariteitenkabinet met hun verzameling kunst, koloniale roofkunst, opgezette dieren, en bijzondere boeken.
In het huis staat nu de bibliotheek van Jan Hoet, de kunstkenner en museumdirecteur die Gent op de artistieke kaart heeft gezet en die een groot aantal kunstenaars "gelanceerd" heeft (Johan Taghon, Panamarenko, Tuymans). Die bibliotheek is opgesteld in een grijze monochrome opstelling - het hele huis is van binnen en van buiten met een grijze laag bedekt (behalve de boeken en een piepkleine keuken en badkamer. Er staan sculpturen, dieren, rariteiten allerhande.
Het huis kan ook gebruikt als verblijfplaats voor kunstenaars - maar dan wel een echt huis. Het uitzicht op de Leie verwijst meteen naar de oervlaamse schilders uit de Latemse scholen (Gustave Van de Woestyne, Valerius De Saedeleer , Permeke, Malfait, ...)



'Fatima' is (net als de 5 andere beelden waar ze een reeks mee vormt) levensgroot gebeeldhouwd en in karakteristiek grijs uitgevoerd maar zo levensecht dat je je er ongemakkelijk bij voelen, vooral ook doordat de personages met gesloten ogen worden afgebeeld.
Het zijn klassieke naakten maar met hedendaagse attributen - een jeans, trainingsbroek of zwembroek, frisdrankbekers, mobiele telefoons, sigaretten.

Het rechtse beeld is een Vanitas stilleven - opnieuw zie je de combinatie van klassiek metier, klassieke thematiek en hedendaagse materialen (polyester etc) en hedendaagse objecten (een asbak, een frisdrankblikje, ...).





Afsluiten doen we met een verwijzing naar de film die hij dit jaar in Watou toonde: "The Girl".
Een raadselachtige film met nauwelijks bewegende beelden toont een oervlaams huis in pastoriestijl, het waait zacht, de bomen hebben geen bladeren meer, de schoorsteen rookt zacht.
Een andere scene. Een meisje ligt roerloos (slapend?) op een bed dat hard lijkt, het waait zacht, het kind ademt niet. Er is een schram op haar gezicht te zien. Haar voorarm vertoont oor schrammen.
Dan opnieuw het huis, de luiken hangen los, de ruiten zijn gebroken, het huis is vervallen. Het waait nog steeds even zacht, er vallen nog wat bladeren, er is geen rook meer te bespeuren. En zo loopt de film verder, de ene scene al bevreemdender dan de andere. Als er al iets beweegt is het in slow motion. Dat is confronterend -
Nu eens krijg je het gevoel dat je kijkt naar de negentiende eeuw, dan weer zie je een soort post-apocalyptisch verlaten wereld. Iedere scene lijkt wel een vignet, een kort impressionistisch verhaal - nauwelijks bewegend. De film vertelt niet, hij suggereert - hij toont een wereld die snel verglijdt in een postindustrieel grauw kaal stort.
De filmmuziek is ijl en aangrijpend (gecomponeerd door Tom Pintens).


Hij maakte ook recent een sculptuur gebaseerd op de film. Het werk heet "My bed a raft, the room the sea, and then I laughed some gloom in me"



http://www.hansopdebeeck.com/works/2017/the-girl

Reacties