Doorgaan naar hoofdcontent

Ann Veronica Janssens

Ann Veronica Janssens is een Britse kunstenares die in België woont.
Haar werk heeft vaak te maken met hoe je dingen ziet; dat je dingen anders ziet naargelang je plaats in de ruimte of de lichtinval van buiten.
Het meeste van haar werk kan je daardoor niet fotograferen. Ze werkt immers met spiegelende oppervlakten, gekleurde mist, glinsters die door de kamer dwarrelen, kleurig poeder dat is uitgestrooid over de vloer van het museum en dreigt weg te waaien als je te snel passeert, vloeistoffen in aquariums waardoor je niet weet of je nu kijkt naar een reflectie van iets of naar de kleurige stof zelf, ...
Een installatie in het Gentse museum SMAK was een aquarium met een vloeistof (olie, paraffine?) die volledig doorzichtig is, en bovenop de vloeistof leek een kleur te drijven, maar op een rationeel niveau "weet" je dat dit niet correct is, kleur drijft niet; dus je zoekt in de bodem van het aquarium naar die kleur en die is niet te zien. De toeschouwers dansten bijna rond het aquarium, op en neer bewegend, speurend naar "de oplossing" tot ze zich realiseerden dat het werk wellicht vooral sensorisch, gevoelsmatige benaderd mag worden.
Ze werkt vaak "in situ". Daarmee bedoelen we dat ze geen werk vooraf klaar heeft dat ze dan opstelt in de tentoonstellingsruimte maar dat ze die ruimte eerst bekijkt, beleeft, onderzoekt en dan een ingreep doet (een "interventie") waardoor de ruimte verandert. Dat heet dan een "installatie". Door naast kleur en licht ook geluid en nevel te gebruiken bereikt ze dat wij als toeschouwer een bijzondere ervaring hebben - het is niet zozeer dat we naar een werk kijken, maar onze beleving van de ruimte is anders door haar werk.

Hieronder een zelfportret van me, in een werk van Ann Veronica Janssens in SMAK

Eén foto nog, van een werk dat permanent in Gent (op de Koornmarkt) geïnstalleerd staat. Een werk dat bij de neringdoenders en krabbenbijters veel kwaad bloed gezet heeft. Het is een zuil, een paal, een metalen staaf, een stalen monoliet, een poutrel, waarvan één zijde gladgepolijst is alsof een trein er jaren overheen gedenderd heeft. Die ene glanzende zijde weerspiegelt het stadsleven, de voorbijwandelende knorrige ouderlingen, spelende jeugdbewegingen, blijgezinde naiefjes, gezinnetjes in zomerkledij en ze weerspiegelt de zon, de wolken, de duiven en ze weerspiegelt de middeleeuwse puien. De andere drie zijden zijn dof, stil, somber als herfst en winter. Ze werpen een schaduw over de keien van Klein Turkije.
De zuil is 19 meter hoog, 30 centimeter breed en 60 centimeter diep. Eén keer per jaar, op 1 mei om precies 16 uur, vallen de schaduw van de stalen monoliet en haar gereflecteerde licht precies in elkaars verlengde.

Reacties